Een eenvoudige, maar diepgaande manier om jezelf in overeenstemming te brengen met een grotere universele wetmatigheid is leven in etmalen, en ieder etmaal in de avond te openen. Een etmaal is een volledige scheppingsronde. Over het algemeen is onze aandacht gericht op de dag, dat deel van het etmaal waar het zonlicht onze kant van de aarde beschijnt en die we vullen met doelgerichte activiteit. Het andere deel van het etmaal, waarin het indirecte licht van de maan regeert en het ontvankelijke deel van ons bewustzijn de scepter zwaait, hangt er vaak maar een beetje voor spek en bonen bij.
Het is zelfs in ons taalgebruik doorgedrongen: wanneer we spreken over een dag, bedoelen we daar eigenlijk het hele etmaal mee, daarmee hebben we dat etmaal tot het zonlicht deel gereduceerd. De nacht bestaat toch vooral om uit te rusten voor weer een dag. En dat terwijl de polariteit dag-nacht, waar voor ons de polariteit waken-slapen diep mee verbonden is, één van de vruchtbaarste tegenstellingen is om bewust mee te leven. Ze dragen beiden hetzelfde gewicht. Ze brengt je dieper in het mysterie van bestaan en niet-bestaan, één van de meest fundamentele thema’s in ieder mensenleven. Wanneer je je hier bewust mee gaat verhouden, breng je jezelf in overeenstemming met een fundamentele wetmatigheid. En dat brengt rust. Op sommige momenten zelfs innerlijke vrede. Je verbindt je met een grotere cirkel van heelheid dan het afgescheiden cirkeltje van het dagbewustzijn. Je stemt je af op een groter spectrum dan louter het actieve, handelende deel in je. Daarmee vergroot je de kans dat je handelen gedragen wordt door de onderliggende levensstroom, en niet louter voortkomt uit de smalle bandbreedte van je actieve identiteit.
Het bewust verbinden van de dag met de nacht is in mijn leven één van de meest vruchtbare beoefeningen, die zorgt voor een continuum in de ervaren levensstroom in me. In de avond kijk ik even terug op de dag die geweest is, bevraag mezelf op m’n motieven en handelen. Daarmee sluit ik de dag af, waarna ik vraag om inzicht, bescherming, herbronning van de nacht. En, altijd, de bede dat een lichtdraadje dat uit de nacht-zijde van het leven en van mijn bewustzijn komt mee mag de dag in, opdat die grote tegenstellingen elkaar mogen naderen.
De volgende ochtend, of ik nu een draadje bespeur in mijzelf of niet, pak ik daar de draad weer op, als een estafettestokje, en richt me op de dag die voor me ligt.
Er is niets nieuws onder de zon en de maan, ook dit niet. Als gedachte en overweging ken je dit idee waarschijnlijk al. De uitdaging is om het te ervaren, om het subtiele gewaarzijn te ontwikkelen waardoor je de werkzaamheid hiervan kan voelen. Dat vraagt toewijding, en het ontwikkelen van bezielende gewoontes. Mocht je vragen hebben, of hulp kunnen gebruiken bij het vormgeven: stuur me een mail met je vraag. Je hoort zeker van me terug.